Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren

 

Artikel 1
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a
Onze Minister: Onze Minister van Justitie;
b
rechterlijke ambtenaren: de in de Wet op de rechterlijke organisatie als zodanig aangeduide ambtenaren;
c
rector: degene die krachtens artikel 145 van de Wet op de rechterlijke organisatie als rector van de opleiding van de rechterlijke ambtenaren in opleiding is aangewezen;
d
burgerlijke rijksambtenaren: burgerlijke rijksambtenaren, werkzaam bij de departementen van algemeen bestuur;
e
rechterlijke ambtenaren in opleiding: de rechterlijke ambtenaren in opleiding, bedoeld in artikel 145 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
2
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder functionele autoriteit:
a
ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij een rechtbank en de rechterlijke ambtenaren in opleiding, voorzover de opleiding wordt doorgebracht bij een rechtbank: het bestuur van die rechtbank;
b
ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij een gerechtshof: het bestuur van dat gerechtshof;
c
ten aanzien van de vice-presidenten van, de raadsheren in, de raadsheren in buitengewone dienst bij, de griffier en de substituut-griffiers van, alsmede de gerechtsauditeurs bij de Hoge Raad: de president van de Hoge Raad;
d
ten aanzien van de plaatsvervangend procureur-generaal, de advocaten-generaal, de advocaten-generaal in buitengewone dienst, de plaatsvervangende en de waarnemende advocaten-generaal bij de Hoge Raad: de procureur-generaal bij de Hoge Raad;
e
ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij een arrondissementsparket, alsmede de rechterlijke ambtenaren in opleiding, voor zover de opleiding wordt doorgebracht bij een arrondissementsparket: het hoofd van dat arrondissementsparket;
f
ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij het landelijk parket: het hoofd van het landelijk parket;
g
ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij het functioneel parket: het hoofd van het functioneel parket;
h
ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij een ressortsparket: het hoofd van dat ressortsparket;
i
ten aanzien van de hoofden van de parketten: het College van procureurs-generaal;
j
ten aanzien van de leden van het College van procureurs-generaal: Onze Minister.
k
ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren in opleiding gedurende de buitenstage: de rector.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •